Review: THE NINJA SAVIORS: Return of the Warriors Nintendo Switch
Double Dragon, Streets of Rage en Final Fight. Deze titels en velen meer zijn blauwdrukken voor side scrolling beat’em-ups. Dit klopt natuurlijk niet, want er is maar één blauwdruk per definitie. Toch heeft iedereen zoveel van elkaar gejat binnen dit genre, dat het praktisch niet meer in te denken is wie daadwerkelijk de eerste was. The Ninja Saviors: The Return of the Warriors (nondeju zo’n mond vol) is van Taito en past precies in dit straatje. Het is de remake van de oorspronkelijke versie uit 1994, destijds uitgebracht op de Super Nintendo. Dit was op zichzelf een reboot van de arcade versie uit 1987, wat daarom eigenlijk als vervolg wordt gezien. Destijds is de game ontwikkeld door Taito en Taito was praktisch synoniem voor vette arcade spellen. Het team is wederom bij elkaar gekomen, maar tegenwoordig onder de naam Tengo Project, en ze hebben de game een flinke opknapbeurt gegeven. Dit resulteert in een heruitgave van de game in 2019. The Ninja Saviors: The Return of the Warriors is een typische arcadefighter. Is het nog goed genoeg voor een knock-out of is 2019 een keiharde combo-breaker?
1994 perfect getransformeerd naar 2019
Zoals veel games op de Switch is The Ninja Saviors: The Return of the Warriors een remaster van een oude klassieker. In dit geval gaat het om een 16-bit game die dus eigenlijk origineel in de arcadehallen te bewonderen was. Een her-heruitgave zou je het ook mogen noemen, maar gelukkig niet één van de slechtere soort, zeg maar. De game is typisch in alle opzichten. Er is een boefje, the Banglar, die samen met zijn horde slechteriken een stad terroriseert, in de niet al te verre toekomst. De stad wordt overspoeld en het is aan jou om met één van de cyborg-ninja’s van drie totaal, de stad te redden. Deze cyborgs zijn lekker cliché: de grote, zware, trage maar sterke Ninja, de soepele, snelle maar zwakkere Kunoichi en de goede allrounder Kamaitachi. Althans daar begin je mee, want er zijn nog twee vechters te unlocken. Met hen speel je stage voor stage tot aan de eindbaas. Per keer dat je een X aantal vijanden hebt verslagen, krijg je een knipperende banner met ‘Go’ erop, om je erop te wijzen dat je door moet lopen. Kortom, precies wat je van een side-scrolling beat’em-up vijfentwintig jaar geleden mocht verwachten.
Deze remake is gelukkig wel wat verder gegaan dan de game van vijfentwintig jaar geleden. De game is grafisch goed opgepoetst en er is niet alleen gekeken naar de pixels. Nog belangrijker, is dat de animaties zijn aangepast. Dit lijkt erg goed te zien in bijvoorbeeld de bewegingen van Kamaitachi. Je ziet zijn rug draaien, halverwege om zijn as bijvoorbeeld. De hoeveelheid frames die hiervoor nodig is, was destijds niet mogelijk. Bepaalde transparantie-effecten en de vloeiendheid (hoewel, soms met framedrops) waren ook niet standaard. Tel daarbij op dat de resolutie ook nog eens is opgepoetst en je mag spreken van een prima staaltje opknapwerk voor 2019. De opknapbeurt was niet per se nodig voor de controls, want die reageerden toen al nagenoeg perfect als je de vele positieve reviews van destijds mag geloven. Tijdens mijn speelsessie om de game te reviewen, bleef de game constant op mijn input reageren en was iedere druk op de knop geregistreerd. Oftewel, iedere combo uit mijn vingers, kwam ook echt door mijn vingervlugheid met de Joy-Cons.
Gamedesign van 1994 maar kinderlijk eenvoudig
Zoals omschreven is de gameplay typisch. Je gaat van links naar rechts, verslaat een horde vijanden en gaat na een seintje weer door. Dit doe je dus keer op keer tot de level-eindbaas. Toegegeven, de eerste eindbaas moest ik meerdere malen proberen te verslaan, omdat ik met name de besturing onder de knie moest krijgen. Maar zodra ik de knoppen doorhad en de manual nog eens aandachtig had doorgenomen, was het een fluitje van een cent om eerlijk te zijn. Dit komt, omdat ik een trucje ontdekte. Met de standaard combo versloeg ik de eindbaas vrij vlot, door na het voltooien van de combo, om te draaien, wederom de combo uit te voeren enzovoorts. Dit zorgde ervoor dat de deze eindbaas ook steeds van richting veranderde en daardoor geen tijd kreeg om te slaan; ik stond namelijk direct voor zijn snufferd. Dit soort ‘trucjes’ heb je heel snel door en daardoor wordt de game wel erg simpel. Dit wordt nog eens versterkt door het feit dat je energiemeter langzaam vol loopt. Dit zorgt ervoor dat je extra sterke aanvallen kan uitvoeren. Door simpelweg te wachten tot je naar het volgend scherm loopt, kan je op volle kracht je hele scherm wegblazen met de krachtigste special move. Zeker in de latere stukken waar je traditioneel meer uitdaging verwacht, wordt het wel heel eenvoudig. De laatste eindbaas is eindelijk uitdagend, omdat er nu een andere soort move wordt verwacht en de moeilijkheid zit in de oldskool hectiek die dan pas op je scherm getoverd wordt.
Vijanden zijn er overigens slechts in ongeveer vijftien soorten met elk drie of vier varianten. Die variatie uit zich door hetzelfde poppetje een andere kleur te geven. Zo heb je een groene, rode en oranje robot. Het enige verschil is dat ze meer health hebben en agressiever zijn richting jou. Powerups zijn er niet, behalve de energiecontainer die je weer health geeft. Want als jij klappen incasseert, loopt je healthmeter leeg. Je energiemeter kan overigens ook weer leeg als jij op de grond gemept wordt. De gameplay is gelukkig wel dik in orde. De response is goed en je kunt behoorlijk vloeiend vijand voor vijand neermeppen. In alle eerlijkheid speelt het gewoonweg heerlijk. Elk personage is een stereotype, maar elke werkt goed. De balans is prima, maar de game is standaard wel kinderlijk eenvoudig. De game speel je uit binnen luttele uren. Uitdaging vind je dan nog een beetje in de vorm van de Time Trials en je kunt met zijn tweeën op de bank tegen de computer zoals vroeger. Nadelig van de Switch-versie is dat er geen vorm van Achievements of Trophies is. Je bent niet extra geprikkeld om bepaalde challenges te halen. En juist dit hadden ze naar een hoger plan kunnen tillen met deze heruitgave. Je kunt nog twee extra personages vrijspelen, maar ja, of dat dé prikkel moet zijn? Nee.
Zit er niet meer in het vat?
Nou, een klein beetje dan. Er is ook nog een Hard Mode. En ja, dit wordt dan gelukkig echt wel pittiger. Maar dit had wat mij betreft geleidelijk gewoon in de standaard game moeten zitten. En dan nog een extra Hard mode of iets vergelijkbaars daarvoor in de plaats. De Online Ranking is leuk. Voor even. Als je tenminste het meten van je digitale fallus belangrijk vindt. Er zit ook een Music Mode Select in, waarin je de soundtrack kunt kiezen. Ze zeggen wel eens dat een kinderhand snel gevuld is. Mijn 35-jarige handen inmiddels niet meer. Daarbij kost de game je ook nog eens twintig euro. Ik ben kritisch op wat je krijgt voor een game voor een bepaald bedrag. En vaker dan niet bij dit soort games, is het naar mijn mening het net niet. Ook deze game is voor mijn gevoel vijf tot misschien wel tien euro te duur. En dat vat is dan uiteindelijk wel klein hoor mensen.
Het eindoordeel van Timo de Hoop
The Ninja Saviors: The Return of the Warriors is uiteindelijk een middelmatige game. Niet omdat de game er niet uitziet en ook niet omdat de game middelmatig speelt. Het biedt gewoon te weinig en voor deze remaster hadden ze meer moeten doen. Een echte online modus bijvoorbeeld, pittigere challenges (mogelijk ook in een extra gamemodus) of gewoon nog meer levels. De moeite die Project Tengo heeft genomen, is verder wel te merken overigens. De game is met liefde opgepakt en met hetzelfde thema naar 2019 gebracht. Het probleem is echter dat het uitblinkt in middelmatigheid. Er zijn betere games beschikbaar (check je NES-library maar) en ik kijk daarom net wat meer uit naar Streets of Rage 4. Gemiste kans.
- Aardig
- Grafisch goed opgepoetst
- Speelt heerlijk
- Past (wederom) perfect op Switch
- Te simpel
- Weinig content
- Cliché
In dit artikel
Je moet eerst inloggen om deze game aan je favorieten toe te voegen.
Ontwikkelaar:
Natsume Inc.
Uitgever:
ININ Games
Release:
20 juli 2019
Reviewscore:
Platforms: